112

Geen celstraf, maar geldboete voor geflipte ‘verkeershufter’ na mishandeling jonge fietser

Foto: CC0

Een verkeersruzie tussen twee fietsers en een autobestuurder liep op 9 april van dit jaar in Denekamp compleet uit de hand.

In de nachtelijke uren van die dag reed Davy van D. uit Oldenzaal met groot licht in zijn bestelbus over de weg, terwijl hij een tweetal fietsende jongens naderde bij een bruggetje. Eén van hen, verblind door de felle koplampen, haalde uit naar de wagen en schreeuwde daarbij iets. De 29-jarige Oldenzaler schrok hier naar eigen zeggen enorm van en draaide zijn voertuig, om vervolgens de achtervolging in te zetten.

Hij sprak de fietsende jongeren aan, schelde hen hierbij de huid vol en parkeerde daarna zijn wagen op de weg verhaal bij ze te halen. Eentje werd van zijn fiets geduwd en kreeg een schop van de geflipte automobilist. Die zou daarna ook nog ernstige dreigementen hebben geuit, zoals: ‘wees blij dat ik niets achterin mijn auto heb liggen, want dan had je een kogel door je kop gekregen’ en ‘je mag nog van geluk spreken, omdat je ook de verkeerde kunt tegenkomen’. Iets wat Van D. overigens ontkende in de Almelose rechtbank, afgelopen maandagmiddag.

Letsel?

De verklaringen van slachtoffer Sem, zijn vriend die naast hem fietste en de dader lopen sterk uiteen wat betreft de plek op het lichaam waar geschopt werd. Volgens de eersten vol in het gezicht, volgens D. tegen het scheenbeen. Opmerkelijk is dat er in de medische documenten niets over enige verwonding stond opgenomen, zo gaf de verdediging te kennen. Alleen dat er geen sprake was van een elleboogbreuk. “Je zou toch verwachten dat er in staat wat er wél aan letsel is, maar dat ontbreekt dus geheel”, schamperde mr. Wenzel Tuma.

In het dossier was wel opgenomen dat de mishandelde jongeman tweemaal naar het ziekenhuis was geweest, vanwege klachten over oorsuizingen en duizeligheid. Tuma: “Er is bij hem een oorsmeerpropje uit de gehoorgang gehaald, iets wat me niet lijkt te komen van de trap die hij tegen zijn hoofd gekregen zou hebben. Dat valt moeilijk te rijmen wat aangever verder verklaarde. Kortom, we hebben hier te maken ernstige ongerijmdheden. Dat is reden om grote twijfel te stellen bij de verklaringen van zowel aangever als diens getuige.”

Het bewijs over de fiets, die door hardhandig optreden van Van D. beschadigd geraakt zou zijn, rammelde volgens de verdediging eveneens. Er was weliswaar een foto van de fiets en een bonnetje met reparaties opgenomen in het strafdossier, maar het rijwiel leek vrijwel onbeschadigd.

Hufterig

Wat het Openbaar Ministerie betreft moet meer geloof worden gesteld in de verklaring van het slachtoffer en diens kameraad, dan in dat van de verdachte. “Ik kan er lang en breed over praten, maar dit is gewoon een hufterig feit”, aldus officier van justitie Tubâ Kilic. “Hij zit hier vandaag een heel verstandig verhaal te vertellen, maar had het toen over ‘kankerboeren’ en ‘kanker-dit, kanker-dat’. Van D. lijkt nu een heel ander persoon.”

“In plaats van een moment tot inkeer, vraagt hij ook nog het ID-bewijs van de fietsers”, vervolgde aanklaagster Kilic. “Vandaag heeft hij er een verhaal bij, maar ik denk dat dat is gedaan om het slachtoffer te intimideren. Zo van: ze mogen blij zijn nog te leven.” Het OM eiste daarom 8 weken celstraf, waarvan de helft voorwaardelijk.

Advocaat Tuma vroeg de politierechter om Van D. het voordeel van de twijfel te gunnen. “Cliënt was bang dat hij één van de fietsers zou aanrijden, toen die een rare beweging maakte. Er kunnen zich nu eenmaal situaties in het verkeer voordoen waarbij je enorm schrikt. Als je zoiets meemaakt, zit je hart in de keel. Het feit dat dit helemaal niet in de aangifte is opgenomen, geeft al te kennen. Dat zou betekenen dat hij dit geheel uit niets gedaan zou hebben, wat natuurlijk zo onlogisch en onaannemelijk is als maar zijn kan.”

Geen celstraf, maar geldboete

Als laatste woord zei de verdachte graag zijn excuses aan het slachtoffer en de getuige te willen aanbieden, hoewel die niet naar de rechtszitting waren gekomen. Mogelijk gaat hij hen nog een brief schrijven om dit alsnog schriftelijk te doen.

De rechter vond het evenmin geloofwaardig dat de jongen een schop tegen zijn schedel heeft gehad op basis van het aangevoerde bewijs. ” Dan kan ik me niet voorstellen dat er geen letsel aan overgehouden is. Hij had een gaaf trommelvlies, er is alleen een propje oorsmeer verwijderd.”

Het mishandelen, wat Van D. ook al direct toegaf, acht de magistraat wel als bewezen. “Dit gedrag is gewoon niet toelaatbaar. U zegt ook achteraf: dit is te heftig geweest. Eerst door een raampje te schreeuwen, dan iemand van de fiets af duwen en te schoppen. Dat vind ik verschrikkelijk en dat vind de maatschappij ook. Hufterig gedrag is dat.”

Van D. werd, mede vanwege een relatief schoon strafblad – zonder soortgelijke zaken, veroordeeld tot een geldboete van 1.000 euro. Hiervan is 250 euro voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.

Beide partijen hebben veertien dagen de tijd om hoger beroep aan te tekenen.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen