“De mensen moeten aan je lippen hangen”

Carnaval valt niet te snappen: als je ermee bent opgegroeid, beleef je het naar alle waarschijnlijkheid nog steeds ieder jaar vól overgave.

Of je haat het carnavaleske gedoe vanuit de grond van je hart – einde discussie. Het feest der zotten is weliswaar nog niet van start gegaan, de volksartiesten die optreden tijdens de vele kolderieke carnavalsavonden in den lande staan al lang en breed te trappelen van ongeduld. Het jaarlijkse Twents Buutfestival in Oldenzaal brengt daarom dezelfde lichtvoetige humor als bij zulke gala’s, zij het ruim vóór de ‘elfde van de elfde’. Een perfecte try-out dus.

Zaterdagavond was het theaterpodium voor de amateurs die beurtelings hun kunsten mochten vertonen als al bij opkomst danig op de lachspieren werkend typetje tijdens zogeheten ‘buuts’. De ene na de andere soms enigszins spottende en schunnige – maar altijd ‘uit het leven gegrepen’ – grap ging bij deze jokers van de moderne tijd over de lippen.

Bennie Morsinkhof, beter bekend als Karel van de Kate, won zowel de publieks- als de juryprijs. De inwoner van Haaksbergen kent de kneepjes van het vak precies. “De mensen moeten aan je lippen hangen. Er moet een mooi verband in zitten. De emotie. Al die dingen zijn belangrijk.”

Genen

De organisatoren Annet Meijerink-Nijhuis en Geert Christenhusz benadrukken middels dit festival, naast het humoristische en volksvermakende aspect, tevens het levend houden van het Twents en aanverwante Saksische dialecten als het Drents en Achterhoeks. “Zo’n buutreedner of tonspreker is eigenlijk niets anders dan wat tijdens Middeleeuwen een harlekijn deed. Iemand die commentaar heeft over de gemeenschap, de mensen een spiegel voorhouden. Tijl Uilenspiegel, zulke types. Tegenwoordig heeft dat in de carnavalswereld al snel een politieke inslag”, weet Christenhusz. “Vroeger was alles wat ze voordroegen op rijm. Nu is het meer de kant van de conference opgegaan, althans in Nederland.”

Bennie Oude Oosterik uit Langeveen trad er voor het eerst op, maar dan wel met een personage dat hij al zo’n 25 jaar vertolkt: Bets Pikstrik. In zijn twintiger jaren is hij erin gerold, in het buutspreken. “Het zit me in de genen, want mijn moeder deed het vroeger ook.” Jaarlijks treedt hij zo’n 25-30 keer op als zijn alter ego, al maakt hij zijn voorstelling iedere keer kant en klaar passend voor zijn publiek. “Ik heb weleens voor een groep 80-jarigen opgetreden, die ’s middags om een uur of twee á half drie eerst met psalmliederen en lezingen uit de bijbel begonnen. Dan moet je geen scheldwoorden gebruiken, da’s logisch.”

Zere klaphanden

Enige domper op het feestgedruis was de totstandkoming van de publieksprijs, nadat alle voorstellingen waren geweest. Apparatuur liet het eerst afweten, waardoor per festivaldeelnemer meerdere malen opnieuw een applaus gemeten moest worden. Het gemor hierover verstomde snel, want iedere bezoeker had toch al last van zere klaphanden. Enthousiast als ze waren over het voorgeschotelde narrenspektakel in dit pre-carnavalsseizoen.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen